Aan het ontvangen van een uitkering zijn uiteraard de nodige verplichtingen verbonden. Naast de verplichting er alles aan te doen om zo snel mogelijk weer uit de bijstand te komen, geldt ook de verplichting om de gemeente van alle wijzigingen op de hoogte te brengen die gevolgen kunnen hebben voor de bijstand. Dit betreft de zogenaamde inlichtingenplicht. In deze module wordt uitgewerkt wat er onder die verplichting valt en wanneer de werkzoekende iets tijdig en correct heeft doorgegeven en wanneer niet.
Als de werkzoekende een uitkering ontvangt krachtens de Participatiewet, dan mag van hem of haar verwacht worden dat de gemeente op de hoogte wordt gesteld van wijzigingen in de situatie van de werkzoekende, zodat de bijstand hierop afgestemd kan worden. Maar wat moet een werkzoekende allemaal doorgeven? En hoe? En binnen welke termijn? En wat gebeurt als de werkzoekende nalaat informatie door te geven? Wat kan de gemeente allemaal uit zijn eigen systemen halen? En hoe verhoudt zich dat tot de inlichtingenplicht van de werkzoekenden?
In deze module zal gekeken worden naar de inlichtingenplicht van de werkzoekende en de onderzoeksbevoegdheden van de gemeente. In zijn algemeenheid is het zo dat we van de werkzoekende verwachten direct alle relevante wijzigingen voor de Participatiewet door te geven. Komt de gemeente later erachter dat de werkzoekende dit heeft nagelaten, dan kan een boete worden opgelegd. De teveel verstrekte uitkering wordt in zo’n situatie vrijwel altijd teruggevorderd.
De gemeente is de laatste jaren steeds meer ertoe overgegaan de werkzoekende zelf verantwoordelijk te maken voor zijn of haar situatie, en ook voor het doorgeven van de relevante informatie. De gemeente controleert achteraf, via het koppelen van bestanden, of de werkzoekende dit tijdig en volledig heeft gedaan. Dit wordt ook wel omschreven als ‘signaalgestuurd werken’. Voorbeelden van dergelijke signalen zijn de IB-signalen (inkomsten en vermogen) en de BRP- signalen (woonsituatie, verblijfsvergunning et cetera).
De werkzoekende wordt geacht op de hoogte te zijn van informatie die doorgegeven moet worden omdat ‘iedereen wordt geacht de wet te kennen’. Werkzoekenden krijgen van de gemeente voorlichtingsmateriaal toegezonden over de verplichtingen waaraan zij moeten voldoen. Buiten dat, vindt de voorlichting veelal passief plaats. Dit wil zeggen dat de gemeente de informatie (via internet) beschikbaar stelt voor diegene die het wil weten, maar de voorlichting tijdens de intake of daarna is beperkt. De gedachte hierachter is dat de verantwoordelijke werkzoekende bij wijzigingen zelf de mogelijkheid heeft na te gaan of en op welke termijn er iets doorgegeven moet worden.
Wijzigingen
De gemeente Rotterdam kiest in toenemende mate ervoor niet zelf achter informatie aan te gaan die de werkzoekenden moeten leveren, maar de werkzoekenden zelf hun verantwoordelijkheid te laten nemen daarvoor. Dit betekent dat de basishouding aangaande de inlichtingenplicht moet zijn, dat de werkzoekende zijn verplichtingen tijdig en accuraat nakomt, tenzij het tegendeel blijkt. En als dat tegendeel blijkt, dan biedt de boete een mogelijkheid de ‘misdraging’ van de werkzoekende af te straffen. Dit systeem lijkt, niet toevallig, veel op de wijze waarop de belastingdienst werkt: afgaande op de aangifte worden toeslagen, teruggaven en dergelijke verstrekt (of moet belasting worden afgedragen). Nadat het desbetreffende jaar verstreken is, vindt een controle plaats en blijkt of de belastingplichtige de juiste informatie heeft gegeven. Als dat niet is gebeurd, dan vindt een terugvordering plaats.
Om die reden worden al geruime tijd geen heronderzoeken meer gedaan (de hele situatie van de werkzoekende wordt jaarlijks doorgelicht) en hoeft de werkzoekende niet meer maandelijks te verantwoorden of er inkomsten zijn geweest of wijzigingen in de woonsituatie. Via het wijzigingsformulier moet de werkzoekende de betreffende informatie op eigen initiatief binnen twee weken leveren op straffe van een boete.
Rotterdam, toch een van de strengste gemeentes van Nederlands waar het boetes en maatregelen betreft, kende een zeer stringent beleid als het om schendingen van de inlichtingenplicht ging, maar dit beleid is onder invloed van enkele rechterlijke uitspraken versoepeld en genuanceerd. Maar de onderliggende systematiek is nog steeds van kracht: de werkzoekende moet op eigen initiatief de relevante informatie leveren en als dat niet gebeurt, dan volgt terugvordering en een boete.
In deze module kijken we naar de BRP-signalen (BRP= Basisregistratie Personen, voorheen GBA). In andere modules wordt aandacht besteedt aan IB-, en vermogenssignalen. De BRP-signalen kunnen betrekking hebben op verschillende aspecten van de uitkering, die verband houden met de woonsituatie, de verblijfsvergunning en wijzigingen in de persoonsgegevens of de verblijfsstatus. We behandelen ze hier één voor één.