1. Kostendelersnorm

Vanaf 1 januari 2015 is in verschillende socialezekerheidsregelingen de kostendelersnorm ingevoerd. Dergelijke grootschalige operaties komen wel vaker voor, maar niet zo heel frequent. Het vergt namelijk nogal wat van een gemeente om de bijbehorende aanpassingen door te voeren. Denk alleen maar aan de IT die moet worden aangepast, medewerkers die moeten worden opgeleid, werkzoekenden en andere partijen die moeten worden voorgelicht en lopende uitkeringen die moeten worden aangepast (in Rotterdam waren dat er rond de 10.000).

De kostendelersnorm wordt niet alleen toegepast in de bijstandswet maar werkt door in bijna alle regelingen die een inkomen garanderen op minimumniveau. Tijdens de parlementaire behandeling bleek er echter het nodige verzet tegen de kostendelersnorm te zijn voor wat betreft de toepassing in de AOW. Het zou er namelijk toe leiden dat als iemand bij een oudere in ging wonen zodat de oudere op zichzelf zou kunnen blijven wonen, de AOW verlaagd zou worden (de zogenaamde ‘mantelzorgboete’). Vanwege het verzet hiertegen is de kostendelersnorm voorlopig niet ingevoerd in de AOW. In veel andere sociale wetgeving is de kostendelersnorm inmiddels wel van kracht (Anw, TW, IOAW). De kostendelersnorm is een volgende stap in de versobering van de bijstand die al lange tijd bezig is.

In 1985 bijvoorbeeld werd de woningdelersnorm ingevoerd: voorheen kregen personen die bij elkaar inwoonden beiden een volledige uitkering (dus allebei een uitkering ter hoogte van 70% van het wettelijk minimumloon). Met het invoeren van de woningdelersnorm werd deze verlaagd tot 60%. Hier bestond destijds veel verzet tegen. Niet in de laatste plaats van de bijstandsmaatschappelijk werkers die zich nu genoodzaakt zagen om woonsituaties veel intensiever te gaan controleren (tandenborstels tellen werd het genoemd); iets wat zij niet vonden passen bij hun rol van maatschappelijk werkers.

In 1994 werd het begrip ‘gezamenlijke huishouding’ uitgebreid zodat ook mensen die geen echtpaar of ongehuwd samenwonenden waren maar wel met z’n tweeën een woning deelden, hieronder kwamen te vallen. Twee broers die in dezelfde woning wonen bijvoorbeeld, werden voor de bijstand soms als echtpaar gezien. Inmiddels was het maatschappelijk klimaat zodanig veranderd dat hier nauwelijks nog weerstand tegen was. Deze definitie van de gezamenlijke huishouding is sindsdien ongewijzigd en geharmoniseerd binnen de socialezekerheidswetten. Dus ook in andere wetten (AOW, Anw, TW et cetera) wordt met dezelfde definitie van de gezamenlijke huishouding gewerkt.

In module 11 bespreken we de gezamenlijke huishouding.

error: Content is protected !!
×