2. Bijzonder normen

De uitvoering van de Participatiewet ligt bij de gemeente. De reden hiervoor is onder andere dat gemeenten beter dan het rijk weten waar de specifieke noden binnen hun gemeente liggen. Ze kunnen daarop dan beleid maken. Als bijvoorbeeld veel ouderen in een gemeente wonen, dan kan via de bijzondere bijstand ingespeeld worden op de behoeften van die doelgroep. Je kunt je ook voorstellen dat de (bijzondere) bijstand in Wassenaar anders wordt besteedt dan de bijzondere bijstand in Rotterdam. Het gevolg daarvan is dat een werkzoekende in de ene gemeente meer bijstand kan ontvangen dan in de andere gemeente.

Een ander gevolg is dat de bijstandsverlening is gekoppeld aan de gemeente waar je verblijft. Dit veronderstelt dat je ergens jouw woonplaats hebt en dat je daar ook staat ingeschreven. Het is verplicht jezelf in te schrijven op het adres waar je verblijft. Die inschrijving heeft namelijk allerlei consequenties, denk bijvoorbeeld aan het betalen van gemeentebelasting en het stemrecht voor de gemeenteraadsverkiezingen. Zoals aangegeven, heeft het ook voor de bijstandsverlening consequenties. Je kunt in beginsel geen bijstand krijgen, als je niet staat ingeschreven in de gemeente waar je de aanvraag doet.

Dat roept de vraag op hoe het dan zit met personen die geen vaste woon- of verblijfplaats hebben: de daklozen. Vaak zwerven zij van stad naar stad zonder zich daar in te schrijven. Dit bekent dat zij door de mazen van de bijstand heen vallen terwijl zij nu juist een groep zijn waar bijstandsverlening voor bedoeld is. Een andere problematische groep in dit verband betreft de adreslozen. Dit zijn personen die wel in de gemeente verblijven, maar die niet ingeschreven staan op het adres waar zij verblijven. Hier kunnen allerlei redenen voor zijn.

error: Content is protected !!
×