1.3 Dwangsom en ingebrekestelling

Afbeelding met tekst

Automatisch gegenereerde beschrijving
Afbeelding met tekst

Automatisch gegenereerde beschrijving

Als gemeente heb je een zekere machtspositie ten opzichte van de werkzoekende: de werkzoekende is immers afhankelijk van de gemeente, en de snelheid waarmee de gemeente een besluit kan nemen. De werkzoekende kan maar weinig doen om de gemeente te dwingen tempo te maken. Zolang de afhandelingstermijn nog loopt, kan de werkzoekende niets doen (behalve het aanvragen van een voorschot, zie hieronder). Als de afhandelingstermijn is afgelopen, dan zou de werkzoekende in bezwaar kunnen gaan tegen het uitblijven van een besluit (juridisch mag een overschrijding van de afhandelingstermijn worden gekwalificeerd als een fictieve weigering, waartegen het bezwaar zich kan richten). Maar of dat helpt is nog maar de vraag. Omdat een bezwaar door de gemeente zelf wordt afgehandeld, ontstaat geen externe druk om zo spoedig mogelijk een besluit te nemen.

Om deze reden heeft de wetgever enkele jaren geleden bedacht dat het goed zou zijn als de werkzoekende over een drukmiddel kon beschikken om de gemeente tot haast te manen, als de gemeente haar werk niet op tijd doet. Dat drukmiddel is de dwangsom geworden. Dit houdt kort gezegd in dat de gemeente per dag dat ze te laat is een geldbedrag aan de werkzoekende moet betalen, als stimulans (of als straf, net hoe je het wil zien) om de aanvraag toch op tijd af te handelen. Als bijlage bij deze paragraaf vindt je de tabel met de hoogte van de dwangsommen. De maximale hoogte van € 1.442,- kan, bij zware verwijtbaarheid van de gemeente, door de rechter nog hoger worden vastgesteld.

Voordat de werkzoekende aanspraak kan maken op een dwangsom, moet hij of zij de gemeente eerst in gebreke stellen. Eigenlijk laat de werkzoekende de gemeente daarmee weten dat de aanvraag niet op tijd is afgehandeld, en dat de gemeente, vanaf het moment dat de ingebrekestelling is ontvangen, nog twee weken de tijd heeft om de aanvraag alsnog af te doen. Een ingebrekestelling kan worden ingediend zodra de afhandelingstermijn is afgelopen. Zonder ingebrekestelling is een dwangsom niet aan de orde. Over de inhoud van de ingebrekestelling hoeven we niet ingewikkeld te doen: als uit de brief van de (gemachtigde van de) werkzoekende opgemaakt kan worden dat het om een ingebrekestelling gaat, dan kwalificeren we het als zodanig en gaat de termijn van twee weken lopen. Er gelden geen strakke vormeisen.

Als de aanvraag binnen vijftien dagen alsnog wordt beslist, dan moet de dwangsom worden afgewezen, omdat de afhandeling van de aanvraag dan alsnog als ‘tijdig’ wordt gekwalificeerd.

Als de aanvraag niet binnen vijftien dagen na de ingebrekestelling is beslist, dan gaat de teller van de dwangsom lopen (zie tabel hieronder). De teller stopt op de dag dat de aanvraag wordt beslist (als beschikking de deur uit gaat). De dwangsom moet dan zo snel mogelijk uitgekeerd worden. Strikt genomen
zou de werkzoekende, bij het uitblijven van het besluit over de dwangsom, weer een nieuwe ingebrekestelling kunnen sturen als de dwangsom meer dan acht weken op zich laat wachten! Het kan dus heel goed zijn dat de aanvraag bijstand wordt afgewezen, maar dat de werkzoekende wel een geldbedrag uitgekeerd krijgt uit hoofde van de dwangsom. De dwangsom heeft dan ook niets te maken met eventueel bijstandsrecht, maar vloeit voort uit de Awb en de afhandelingstermijnen. Een dwangsom wordt uiteraard niet gekort op de uitkering.

Een enkele keer maakt een werkzoekende (of meestal zijn advocaat) misbruik van de dwangsom/ingebrekestelling door de aanvraag bewust naar een verkeerde gemeente te sturen. Deze gemeente moet de aanvraag op grond van artikel 2:3 Awb doorsturen naar de juiste gemeente:

Afbeelding met tekst

Automatisch gegenereerde beschrijving

Als een aanvraag naar de verkeerde gemeente gaat, dan moet die gemeente de aanvraag dus direct naar de juiste gemeente doorsturen. Dat gaat nogal eens mis, zeker als de aanvraag per fax wordt ingediend. De teller van de afhandelingstermijn blijft echter gewoon doorlopen. Als dan bij de juiste gemeente de ingebrekestelling binnen komt, dan weet die gemeente, als de aanvraag per abuis niet is doorgestuurd, van niks. Maar veertien dagen later kan de dwangsom gaan oplopen. Het verdient in dergelijke situaties dan ook aanbeveling contact met de werkzoekende of zijn of haar advocaat op te nemen om na te vragen wanneer en waarheen de aanvraag is gestuurd. Bij een aanvraag per fax, kan via de fax door de advocaat worden nagegaan wanneer de aanvraag is verzonden en waarheen.

Afbeelding met tafel

Automatisch gegenereerde beschrijving
error: Content is protected !!
×