Ook een broodnoodvoorschot is strikt genomen een wettelijk voorschot, omdat er in de wet aan wordt gerefereerd (art. 52 lid 3 Participatiewet), maar de wijze van toekenning en vaststelling is heel anders. Dit type voorschot is niet gerelateerd aan een termijn of aan een vast bedrag, maar aan de situatie dat de werkzoekende nog maar zo weinig geld heeft dat hij of zij geen eten meer kan kopen. Vandaar de naam: broodnood.
Dit type voorschot moet wel door de werkzoekende worden aangevraagd. Bij het bepalen van het recht op een dergelijk voorschot zal moeten worden nagegaan of de werkzoekende echt geen geld meer heeft. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als voorafgaand aan de aanvraag bijstand een salaris op weekbasis werd uitgekeerd. Met het laatste salaris kan de klant dan nog maximaal een week doen, zodat hij of zij na die week volledig zonder geld zou kunnen zitten. Nog duidelijker is het als de werkzoekende uit een situatie van inkomensloosheid komt. Dat betekent dat de werkzoekende voorafgaand aan de bijstandsverlening geen inkomen genoot. Denk hierbij bijvoorbeeld aan gedetineerden en niet- kostwinners na een relatiebreuk.
Hoe het ook zij: de werkzoekende moet aantonen dat hij of zij geen geld meer heeft om eten te kunnen kopen. Kijk dus naar de bankafschriften, kijk naar het vermogen en luister naar het verhaal van de werkzoekende. Is het aannemelijk dat er geen middelen meer zijn? Denk ook aan inkomsten uit andere bronnen die de werkzoekende ontvangen kan hebben, zoals de kinderbijslag (rond de eerste van elk kwartaal) of heffingskortingen die de werkzoekende van de belastingdienst krijgt (meestal uitbetaald in het midden van de maand). Kijk of er rekeningen zijn waar nog een tegoed op staat. Van de werkzoekende mag worden verwacht dat hij of zij gebruik maakt van de mogelijkheid om rood te staan op de bankrekening. Als er nog ruimte op de rekening is, en de werkzoekende wenst hier geen gebruik van te maken, dan is er dus geen sprake van broodnood.
Als je te maken hebt met een werkzoekende die inwonend is, dan kan er in beginsel geen sprake zijn van broodnood, omdat we er in een dergelijke situatie van uit mogen gaan dat hij wel een hapje mee kan eten. Dit geldt natuurlijk ook voor thuisinwonende jongeren.
Als evident is dat de werkzoekende helemaal geen geld meer heeft en nergens anders terecht kan, dan kan een voorschot voor broodnood worden verstrekt. Ook dit voorschot wordt als lening verstrekt en het wordt verrekend met de eventueel te verstrekken bijstand. De hoogte van het voorschot is het minimale bedrag dat de werkzoekende nodig heeft om het te kunnen redden tot aan het eerste wettelijke voorschot. Met ‘kunnen redden’ wordt bedoeld dat de werkzoekende tot die datum (of tot de datum dat ander inkomen binnenkomt) eten moet kunnen kopen. Voor betalingen vaste lasten, schulden et cetera worden in beginsel geen voorschotten wegens broodnood verstrekt. Als daar problemen zijn ontstaan kun je aanbieden met de schuldeiser contact op te nemen met het verzoek te wachten met incassomaatregelen tot de aanvraag is afgehandeld. Als er grote problemen met schulden zijn kunnen de werkzoekenden verwezen worden naar de Kredietbank voor schuldhulpverlening.
Afb. 2.3 Wat zullen we vanavond eens eten?
Afb. 2.4 Toekenning voorschot broodnood
Voorschotten en schuldhulpverlening
Voor werkzoekenden die in budgetbeheer zijn opgenomen, kan in beginsel geen voorschot worden verstrekt: dit moet gebeuren via degene die het budgetbeheer uitvoert. Dit kan de kredietbank (KBR) zijn of een andere bewindvoerder/ budgetbeheerder. Als het om de KBR gaat kun je dat via de webapplicatie GUS controleren. GUS (Gegevens Uit Systemen) is een systeem waarin informatie van intake, werk en schuldhulpwverlening kan worden geraadpleegd. Als het budgetbeheer door een derde wordt uitgevoerd, dan moet de werkzoekende naar hem verwezen worden. Niet zelden wordt binnen het budgetbeheer gebruik gemaakt van spaarpotjes die voor dit soort situaties kunnen worden aangewend. Ook moet voorkomen worden, dat zowel door de budgetbeheerder als door de gemeente een voorschot wordt verstrekt. Bij een wettelijke schuldsanering is vrijwel altijd sprake van een vorm van budgetbeheer. Je kunt via rechtspraak.nl/registers/insolventieregister nagaan of een wettelijke schuldsanering loopt. Dit register is openbaar.